Stadhouderslaan

25 juli 2019 om 11:14 Lokaal/Column

Plotseling zit de kamer tamelijk vol met druivenplukkers. Wat is er nu weer aan de hand? De druivenplukkers zijn vrienden van Wim en ze komen me halen. Hoezo dat? Nou, ik ga toevallig wel mee om druiven te plukken. Ik hoor de familie en Ben de slijter nog lachen.

Ik en druivenplukken, is dat zo bijzonder? Denken ze misschien dat ik alleen maar druiven drink. Heel jammer. Ik ben gek op druiven. Blauwe of witte maakt mij niet uit. En ik kom uit de tijd dat er nog een officieel druivenseizoen is. Dus heel het jaar van druiven snoepen? Vergeet het. En wanneer het om druivenplukken gaat ben ik er vrij snel bij. En zoals het hoort komt dat opnieuw door moeder. Ik kan er ook weinig aan doen dat zij onder het balkon, maar dan wel weer in de zon, een wijnrank plant.

Moet je horen: iedereen lacht haar uit, uiteraard haar zusjes voorop. Van je familie moet je het tenslotte hebben, maar de rank in kwestie slaat wel aan. Ik ben er als de kippen bij om de witte mini druiven als eerste te proeven. En het wordt me eigenlijk makkelijk gemaakt om van moeders nieuwe oogst te genieten.

Bij haar rank staat tenslotte opa's scheepsbankje. Daarop eet ik als een bezetene moeders kleine druifjes. Want wanneer ze het ziet dan zwaait er wat. Wat er zwaait is onbekend, maar ik kan er op rekenen. Nou, deze kleptomanische gewoonte is zeventig jaar later bijna mijn dood of erger.
Zie mij toch eens zitten. Werkelijk keurig eet ik wat druiven. Maar dan kiest een druif het verkeerde keelgat. Ik stik. Op zich geen novum. Overal laat ik wel mensen schrikken. Of het nu in Amsterdam, Leusden of bijna onder New York is. Maakt me niet uit. Alleen een tip. Ga me niet als een idioot op mijn rug slaan. Laat dat. Neem me gerust van achteren en druk met beide armen het middenrif in. Het deel dat me verstikt floept er dan gegarandeerd uit. Succes verzekerd. Behalve dan die ene keer met de druif.

Ik krijg bijna geen lucht meer. Geen nood. De ambulance staat al op de stoep. Stiekem heb ik tenminste op een helikopter gerekend, maar je kan kennelijk niet alles hebben. De broeders, eigenlijk spelen ze soms wel eens heel erg voor doktertje, vinden dat het allemaal wel meevalt. Ze zien dat zelf op hun meegebrachte metertjes. En meten is weten, zegt de ene broeder nog tegen de andere broeder, en weg zijn ze.

Ik ben echter nog steeds aan het stikken. Maar weer geen nood. De volgende gele wagen, bah opnieuw geen helikopter, staat weer op de stoep. Nou mag ik wel mee naar het ziekenhuis, word operatieklaar gemaakt en dan blijkt dat ze een zeefje missen. Er wordt nog gezocht in een rommelkast, maar geen zeefje te vinden. Nou, en zonder zeefje geen operatie, dus op naar het volgende ziekenhuis waar ze het probleem oplossen.

Wordt vervolgd.

Boudewijn Paans.

advertentie
advertentie