Stadhouderslaan

28 maart 2018 om 15:09 Lokaal/Column

Dan doet thuis de verwarming het niet meer. En waar denk ik aan? Mis. Ik denk aan Arie. Mijn vriend. Opgeklommen van buschauffeur tot directeur/eigenaar van een reclamebureau. En mijn hulp in barre tijden. Oke, hij is fanatiek lid van de VVD, maar ook in die tijd zijn er ergere dingen. Zoals het hoort komen we vaak bij elkaar over de vloer. Zelfs privé. Altijd leuk. Altijd gezellig. Natuurlijk. Bijna alles doen we samen. Bijvoorbeeld? Nou, samen proberen we wat van de drank af te raken. Niet voor altijd, dat duurt ons veel te lang, voor even is lang genoeg, vinden we. Best wel jammer dat we op een verjaardag opvallend veel jonge Spa drinken en daarmee grandioos door de mand vallen.

Maar goed terug naar de verwarming die weigert. Geen paniek, Arie komt wel even langs. En dan? Nou, hij hoeft er bij wijze spreken alleen maar naar de installatie te kijken en de vlam slaat alweer in de ketel. Dat is hier in de stad is het allemaal anders wanneer de centrale verwarming die middag voorgoed dooft. Waarmee ik ook maar eens gezegd wil hebben dat wonen in appartement heus niet alles is. Oke, je hoeft in zo'n onderkomen doorgaans de heg niet meer te knippen. En het grind voor de zondag harken kan je laten. Maar wat te denken van de bovenbuurman, die al maanden in training is voor het wereldkampioenschap betonboren? Plus dus dat de centrale verwarming het niet meer kan doen.

Een moment veins je solidariteit van de ketel met de Groningers. Onzin natuurlijk. Solidariteit is van nature niets voor apparaten. Ze doen het wel of niet. Maar wat nu met die koude ketel? Arie kan ik bellen, alleen Arie neemt niet meer op. Arie is dood. En dan breekt nood wet. Ik vind in ommezien mijn verwarmingsverlosser op het net. En moet je kijken: hij komt ook nog. In ommezien heeft hij de situatie in de hand. Messcherp constateert hij dat de verwarming stuk is. En nog scherper zegt hij: er moet een nieuwe komen. En dan noemt zijn prijsje, waarvoor je drie ketels kunt kopen, zie ik weer op het net.

Onzin, vindt mijn verlosser, en daarbij hij hangt de ketel hem er wel meteen in. Scheelt hem echt niets al moet 'ie er wat voor overwerken. Ik twijfel. De volgende morgen komt heel de familie Sinterklaas vieren. En ik wil geen bibberende kinderen van de kou. En ook geen zwarte pieten die wit uitslaan. Maar van Anna mag ik de ketel niet kopen. Over haar lijk. En dat kan ik er die avond echt niet bij hebben.

Nou, en dan wil de verwarmingsverlosser opeens wel driehonderd euro hebben, anders zou hij niet vertrekken. Dat gedoe en gedreig duurt ruim een uurtje. En moet je zien hoe de verlosser er bij staat. Keurig in het zwart als zo'n Netflix-cowboy staat 'ie erbij. Nog een gelukje dat Anna het nummer 112 uit haar hoofd weet. Nou, en toen hebben een meneer en mevrouw van 112 de verwarmingsverlosser heel netjes ons appartement uitgelokt. Anders zou die vast de volgende dag in de zak naar Spanje zijn in gegaan. O ja, en de ketel doet het. Hij moest alleen maar gereset worden.

Boudewijn Paans

advertentie
advertentie