Oude Grachtje (3)

18 maart 2020 om 12:00 Column

Vanuit de rolstoelbus die me eigenlijk in Laren hoort af te leveren rij ik samen met mijn dochter, dat dan weer wel, op de weg tussen Amersfoort en Soest.

Vijf jaar lang fiets ik dezelfde weg, van huis naar school en weer terug. Natuurlijk rijden er ook bussen. Die rode stinkende, rammelde bussen van W.C. Tensen. En die bussen zijn in het geheel niet van plan om voor mij bij het gymnasium te stoppen. Niet dat ik op het gymnasium zit. Dat zou ik wel willen. Nee, mijn bijna illegale school, de IVO, heeft alleen maar een paar lokalen in het gebouw gehuurd. Ik heb er zelfs nog een apart kamertje. Een afvalkamertje, boordevol afgedankte scheikunde spullen. In dat kamertje kan ik op mijn schrijfmachine tikken zonder iemand te storen. Soms wordt er vanuit de echte klas naar me gezwaaid. Best wel aardig, want dan is het net of ik er toch nog een beetje bij hoor.

En moet je horen, moeder vindt het in het geheel geen ramp dat de bussen niet voor de het gymnasium stoppen. Ik ga maar fijn fietsen. Fietsen houdt me immers heel fit en gezond. Daarom zit ik nu in een rolstoeltaxi.

Ach goh, en de boerderijtjes staan er nog even vredig bij als toen ik er voorbij fietste. En nu op het erf, het boerenerf dus, is eigenlijk heel gek geen boze boer te bekennen. Sterker nog, een boerderij is zelfs heel feestelijk versierd met brandende lampjes en zo.
Na De Paardenkamp, waar ze onze oude pony niet eens willen hebben, wijst mijn dochter naar een gebouw aan de rechterkant van de weg. Naast Middelman. Kijk, daar heb ik nog gedemonstreerd tegen die atoomschuilkelder, zegt ze.

Een demonstratie in Soest? Echt, een unicum. Want in Soest wordt never nooit gedemonstreerd. In Soest wordt soms alleen maar een beetje gemopperd. Ondertussen staan we in een heuse file. Net echt.

En dan roert de klant die in Soest moet zijn zich nogal heftig. Zij vindt dat de chauffeur helemaal fout rijdt. De chauffeur heeft iets van 'rijjijofrijik' en blijft zijn verkeerde weg vervolgen. De Soester klant heeft het niet meer. Het liefst zou ze zelf achter het stuur kruipen, maar dat hoeft helemaal niet, want na een flauwe bocht roept de chauffeur dat we er al zijn.

Achter in de rolstoeltaxi hoor ik dat we er helemaal niet zijn. De Soester klant vindt dat de chauffeur er helemaal niets van kan. Op zijn beurt geeft de chauffeur de navigatie maar weer de schuld. Enfin, na een tocht door Soester straten die ik helemaal niet ken is daar zowaar Het Oude Grachtje en het verpleegtehuis van de Soester klant.

En dan eindelijk op naar Laren, waar de voordeur van mijn nieuwe verpleegtehuis al op slot is. Rosa Spier is misschien al naar bed. De volgende keer moeten we echt achterom komen.

Boudewijn Paans

advertentie
advertentie