Canadees en Duitser vertellen hun oorlogsverhaal in NMM

SOESTERBERG Voor de bevrijding van Europa is 75 jaar geleden een bittere strijd gevoerd. Het Nationaal Militair Museum staat met de nieuwe tentoonstelling 'Hij of ik. Een Canadees en een Duitser' stil bij deze strijd. Door de ogen van Léo Major, een Canadees, en Hans Kürten, een Duitser, beleven de bezoekers vanaf vrijdag 14 februari in de tentoonstelling vanuit persoonlijk perspectief de bevrijding van Nederland.

Jan van Steendelaar

Het is een bijzondere tentoonstelling, vol unieke objecten en verhalen. Men volgt de ervaringen van beide militairen en beleeft de bevrijding door de ogen van een Canadees en een Duitser. Wie aan de bevrijding denkt, ziet al gauw beelden van feestende mensen voor zich, zwaaiend met vlaggen. Met 'Hij of ik' belicht het NMM juist de harde strijd die daaraan vooraf ging. Vanuit twee gezichtspunten: door de ogen van zowel een Canadese als een Duitse soldaat. Zij vertellen hun persoonlijke en waargebeurde verhaal; hoe zij de strijd hebben beleefd, wat hen die heeft gekost en hoe ze eruit kwamen.

Léo Major (1921-2008) werd in 1921 geboren in het Franstalige Québec. In 1940 meldde hij zich als 18-jarige vrijwillig bij het Canadese leger. In 1941 kreeg hij, als lid van Régiment de la Chaudière, in Groot-Brittannië zijn opleiding tot radioman en scherpschutter. Hier raakte hij voor het leven bevriend met Welly Arsenault. Op 6 juni 1944 landde hij met duizenden andere Canadezen op Juno Beach. De bezoekers volgen Léo in zijn opmars vanaf Juno Beach, langs belangrijke slagen zoals de harde strijd om de Schelde, naar plekken waar hij gewond raakte, zijn beste vriend verloor en moedig in zijn eentje Zwolle binnenviel.

Hans Kürten (1925) uit Leverkusen groeide op in een land onder Hitler. In december 1942 werd hij verplicht tewerkgesteld in Venlo en in juni 1943 moest hij in dienst. Beide vindt hij vreselijk, ook omdat hij het liefst monteur wilde worden terwijl het regime hem een andere opleiding opdrong. Na een opleiding van een paar maanden moest hij naar het oostfront, Oekraïne. Daar stonden hem harde gevechten en zware ontberingen te wachten. In mei 1944 werd hij overgeplaatst naar Normandië, als onderdeel van de 116e Panzerdivision 'Windhund'. In oktober 1944 raakte hij betrokken bij gevechten rondom Arnhem. Ook Hans verloor zijn beste vrienden en raakte meer dan eens zwaargewond.

TOPSTUKKEN Voor '75 jaar bevrijding' pakt het museum groots uit. Buiten de speciaal ingerichte tentoonstellingsruimte, wordt de vaste expositie aangevuld met spectaculaire voer-, vlieg- en vaartuigen, wapens en andere objecten die bij de bevrijding van Europa -direct of indirect-werden ingezet. Eén van de topstukken van de tentoonstelling is een Mercedes Benz G4 (Geländewagen), eigendom van een Britse verzamelaar uit het wagenpark van Adolf Hitler.

Er zijn meer voertuigen uit het buitenland gehaald, zoals het Canadese amfibievoertuig Bufflao en uit Engeland de geduchte Duitse Tiger II tank, en de V1 Reichenberg, waarvan er wereldwijd maar vier over zijn.