Stadhouderslaan

2 januari 2019 om 15:21 Lokaal/Column

Wat heb ik die laan vervloekt. Het is in mijn tijd als hulp van de groenteboer Liefhebber. Op de laan wonen nogal wat klanten van mijn baas. Het zijn geen grote klanten. Nee, met een bosje wortelen en een pond pruimen kan je daarvan nauwelijks spreken. Maar meneer Liefhebber, vast grootgebracht met het gezegde dat alle beetjes helpen, laat de kleinste bestelling thuisbrengen. Geen enkel probleem, hoor ik hem nog zeggen. Maar wie is van die zogenaamde service kind van de rekening? Nou wie? Inderdaad.

En geen idee wie er de hand in heeft, maar altijd waait en regent het op die laan. O ja en dan hebben we nog de zogenaamde pittoreske sloot met al die gammele bruggetjes. Heel fijn, vooral wanneer je net fietsen hebt geleerd. Een verkeerde beweging en zeg maar dag met je handje tegen alles en nog veel meer.

Overdreven? Helemaal niet. Ik ken Liefhebbers klanten toch. Inderdaad, stuk voor stuk grote zeurpieten. In het wild zie je er werkelijk niets verdachts aan. Lijken het wel ordentelijke mevrouwen en meneren, knap in de kleren, en uiteraard een mooie wagen in de garage. Maar aan de deur is het demasqué daar. Iedere pruim wordt met de grootste nauwkeurigheid bekeken en bevoeld. O wee als zo'n pruim zich per ongeluk heeft bezeerd. Nou, dan krijg je opnieuw de wind van voren. En van een fooitje of een koekje voor onderweg hebben die keurige klanten nog nooit gehoord.

De laan in kwestie heet in de volksmond niet voor niets de laan der zuchten. Inderdaad, heel poëtisch en ditmaal klopt het ook nog. Aan het eind van de laan, in Baarn, woont namelijk de belasting. En heel gek de belasting wil altijd iets van me. O ja, en een keertje zijn ze zo brutaal om me zo maar loonbeslag op te leggen. Wat ben ik zielig. Niets kan ik meer doen. Nou, zoiets wens je echt niemand toe. En de personeelschef wil ook nog weten hoe dat nu allemaal komt. Ik antwoord maar dat de liefde weleens in de papieren kan lopen, waarna de personeelschef heel vaderlijk antwoordt dat ik wel altijd het huisje bij het schuurtje moet laten.

Om de belasting-ellende opnieuw te voorkomen ga ik, inderdaad over die laan, naar het belastingkantoor. Ik neem me voor om eens extra zielig te doen. Voor mij een fluitje van een cent en wellicht levert het iets op. Tegenwoordig is dat trouwens niets nieuws. Alle tv-zenders hebben vaak iets van een wachtkamer, waarin de meest vreselijke aandoeningen de revue passeren. Allemaal heel zielig en tussen neus en lippen wordt er om wat geld gebedeld.

Enfin, dan komt de belastinginspecteur vrij moeizaam in een grote glimmende rolstoel binnen en probeer dan zelf nog maar eens zielig te doen.

Boudewijn Paans

advertentie
advertentie