Stadhouderslaan

19 september 2018 om 17:33 Lokaal/Column

O ja, en dan hebben ook nog die David. Open en bloot staat het beeld hier in de stad naast mijn traplift of hij nooit weg is geweest. Soms heeft hij ook nog mijn pet op. Iedereen zegt dat David mijn pet bijzonder leuk staat, nou en dan ben je snel uitgepraat. Of ik David zelf heb aangeschaft? Neen. En het beeld in kwestie heeft ook niet zelfstandig aangebeld met de vraag of het gezellig een poosje in onze tuin mag staan. David krijgen we cadeau van Anna's familie omdat we vijfentwintig jaar zijn getrouwd.

Het cadeau zie ik nog komen. In één woord onvergetelijk. Laat dat maar gerust aan de schoonfamilie over. Op het eerste gezicht kan je denken: de koude kant, wat een saaie pieten, maar pas op, dat is puur gezichtsbedrog. Want wanneer er iets gevierd wordt berg je dan maar. Dan gaat de schoonfamilie pas echt los. Het is dat ik bijtijds de buren heb gewaarschuwd, want anders zou dat voor altijd scheve gezichten hebben opgeleverd. En dat is die David me echt niet waard.

Zeg, en die David zelf wordt niet zomaar overhandigd, als een boekenbon of een obscuur flesje wijn. Ben je mal. Moet je mijn zwagers eens zien en horen. Ze voeren er zowaar een hele show bij op. Compleet met een weinig dans en heel veel zang. Het vocale deel heeft het moeilijk te doorgronden thema uit duizenden: tumba, tumba, tumba. En daarna volgt de meer dan feestelijke onthulling en overhandiging van het tuinbeeld. In de verte vast familie van de tuinkabouter met of zonder de overbekende kruiwagen, maar dan heel anders. Terloops informeert een schoonzusje nog heel bezorgd of onze David het niet vreselijk koud krijgt, maar een zwager weet zeker, hij steekt daarvoor een hand in het vuur, dat juist David heel goed tegen de kou kan. Te Soest heb ik geen kind aan David. Dag en nacht staat ie in de achtertuin wat te lummelen bij die Rotterdamse lantaarnpaal en wanneer ik hem zie hoor ik: tumba, tumba, tumba.

Nog een geluk dat we gaan verhuizen. En David moet mee, vindt Anna. Dus David gaat mee. Gezellig, maar waar is David ongeveer gedacht? Een tuin hebben we niet meer, het kan toch wel op. Nee, voor David is er plaats genoeg in onze atelierwoning. Soms wordt er weleens geïnformeerd of ik dat beeld zelf heb gemaakt. Ik ontken die schepping dan heftig.

Om kort te gaan: die David begint me chronisch te irriteren. Net als bijvoorbeeld zo'n wratje op je linker kleine teen. Ik vind dat David maar naar de stoep moet. Anna vindt dat niet. Is er nu ruzie? Onzin. Ik zeg over een poosje gewoon dat onze David tijdens haar vakantie naar buiten is gelopen en nu de wacht houdt bij de voordeur. Helemaal niet raar. Van die types uit de bijbel kun je alles verwachten.

Boudewijn Paans

advertentie
advertentie