Boer van Dorresteijn om zeep gebracht door particratie van GGS, D66, VVD en CU/SGP?

Tijdens de opiniërende raadsvergadering van 10 juni ’21 zou volgens het officiële katern van de gemeente Soest in de Soester Courant de raad hebben moeten debatteren over o.a. de volgende onderwerpen:

- Weigering bestemmingsplan P. van den Breemerweg

- Heroverwegen van genomen besluit 

- Advies van de bezwaarschriftencommissie Soest

Als inwoner van Soest wenste ik gebruik te maken van mijn recht op inspraak daar ik de wijze waarop in deze coalitieperiode steeds tot een besluit is gekomen zeer ondemocratisch vind. Ik had mijn inspraak vooral gericht op het heroverwegen, wat op grond van de Algemene wet bestuursrecht door het bestuursorgaan dient te worden genomen. De voorzitter van de raad, burgemeester Metz, ontnam mij na enige tijd het woord omdat hij vond dat er een ander punt dan in de Soester Courant vermeld was aan de orde was. Volgens de burgervader zou het agendapunt slechts gaan over het advies van de bezwaarschriftencommissie (BSC) op de bezwaren van boer van Dorresteijn. De BSC stelt dat de e-mail van 6 juni 2018 van Rho namens van Dorresteijn, waarbij een concept-bestemmingsplan is ingediend als een aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Awb.  Omdat dit dus als aanvraag gezien moet worden had de gemeenteraad in elk geval binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een besluit moeten nemen. (Art. 3.9 van de WRO, 2e lid)

Het College van B&W is het echter niet eens met de motivatie van de BSC en adviseert de raad om eveneens niet akkoord te gaan met de motivatie die de BSC heeft.  Dus, ondanks dat de BSC uit juristen bestaat, meent B&W de raad te moeten adviseren om niet akkoord te gaan. Waarom doet B&W dit? Met welk belang? Dat werd niet duidelijk tijdens de vergadering. Wel werd al min of meer duidelijk dat de totale coalitie, zoals steeds in de kwestie van Dorresteijn, als een blok het advies van B&W zal opvolgen. Hierdoor ontstaat in Soest een situatie dat de tweede macht (waar Pieter Omtzigt zo voor pleit) door B&W en de coalitiepartijen wordt kaltgestelt. Een ondemocratisch proces indien de coalitiepartijen niet duidelijk kunnen motiveren waarom zij het advies van de BSC hieromtrent afwijzen. Burgers van Soest willen zich niet laten vertegenwoordigen door raadsleden die slechts als jaknikker in een fractie zitten. Ongeacht of het een coalitie- of oppositiepartij betreft. Raadsleden zijn volksvertegenwoordigers die zich niet als marionet van hun partij dienen te gedragen.

Jan Vrakking