Soesterberger krijgt celstraf voor bezit en vervaardigen kinderporno

SOESTERBERG (JPU) Een 40-jarige Soesterberger moet de cel in voor het verzamelen, bewaren, verspreiden en vervaardigen van kinderporno. De man kreeg woensdag door de Utrechtse rechtbank twee jaar gevangenisstraf opgelegd, waarvan de helft voorwaardelijk.

                 De licht verstandelijk beperkte Soesterberger liep vorig jaar oktober tegen de lamp na diverse meldingen vanuit de Verenigde Staten dat er kinderporno vanaf zijn IP-adres was ge-upload naar digitale opslagruimten. Op twee telefoons en de laptop van de verdachte trof de politie ruim 7.000 bestanden met kinderporno aan.

                 Naast het verzamelen, bewaren en verspreiden van kinderporno achtte de rechtbank de verdachte ook schuldig aan het maken van twee kinderpornografische foto’s. Op een foto hield de man zijn geslachtsdeel bij een foto van drie kinderen die aangekleed op een bank zitten. De andere betrof een foto van het 4-jarige dochtertje van een vriendin uit Limburg waarop haar billen in badpak te zien waren.

                 Zijn raadsvrouw pleitte voor een celstraf gelijk aan de vier maanden die de man in voorarrest had gezeten, maar de rechtbank rekende het hem aan dat hij door het verzamelen van kinderporno het misbruik van kinderen in stand hield. Ook namen ze het hem kwalijk dat hij geen openheid van zaken had gegeven. Volgens de Soesterberger moest hij van zijn chatvriendinnen ‘Cindy’ en ‘Tooske’ op zoek gaan naar kinderporno en het naar ze opsturen, maar volgens de rechtbank blijkt uit de chatberichten juist dat de verdachte de initiatiefnemer van de uitwisseling van de kinderporno was.

                 Op advies van een psycholoog en de reclassering legde de rechtbank een reeks bijzondere voorwaarden aan de verdachte op. Zo moet hij onder meer meewerken aan begeleiding, behandeling en schuldhulpverlening. Volgens de psycholoog is de Soesterberg sociaal-emotioneel onrijp, beïnvloedbaar en moet hij verminderd toerekeningsvatbaar worden geacht.

                 De Soesterberger mag daarnaast gedurende drie jaar op geen enkele wijze contact opnemen met zijn Limburgse vriendin en haar dochtertje of in hun woonplaats komen. Het vonnis was gelijk aan de eis van de officier van justitie.